Novosibarstjes en craquelures

“Durf je niet te schrijven dat je in de supermarkt een flesje wodka hebt gekocht omdat je directeur mee leest?” Zo luidde een van de reacties op mijn blog. Hier is duidelijk iemand aan het woord die me al langer kent! Maar het antwoord is heel eenvoudig. Tot gisteravond ben ik heel braaf geweest met de drank omdat ik mijn lezingen nog moest geven en fris wilde zijn. Dat is gelukt. Lees over het doorslaande succes van mijn lezingen hier:

http://www.facebook.com/media/set/?set=a.10151493890279359.550034.689779358&type=1&l=13310721e0

De wodka hoef ik nu overigens echt niet in de supermarkt te kopen. Hij vloeit al rijkelijk bij de lunch en bij het diner zijn de koude flesjes niet aan te slepen. En zoals het spreekwoord luidt: “Wodka zonder bier is geld in de wind”. Een van de aanwezige kunstenaars neemt elke ochtend zelfs een groot glas bier bij zijn ontbijt! Vanmiddag bij de lunch in Akademgorodok eet ik het haar van de hond die me gisteravond flink gebeten heeft. Mijn geslaagde lezingen moesten naar behoren gevierd worden, zo vond het gezelschap. De ene toast volgde de andere op en het overvloedige eten werd rijkelijk besproeid. Gelukkig kan ik goed tegen een (kop)stootje. Maar nu heb ik toch wel twee koude glaasjes nodig om me weer een beetje op de been te brengen. Tot vanavond hou ik het dan maar bij wortelsapjes…
Akademgorodok is, zoals de naam al zegt, een academisch stadje. Het ligt een stuk buiten Novosibirsk maar heeft alle voorzieningen van een stad. Je kunt hier dus goed overwinteren; je studeert gewoon door. We bezoeken het gebouw waar in 1967 een tentoonstelling over het werk van Lissitzky heeft plaatsgevonden. De allergrootste bewonderaar van Lissitzky, zijn vrouw Sophie, heeft na zijn dood in 1941 tot haar dood in 1978 in Novosibirsk gewoond. Omdat ze Duitse was moest ze hier naartoe van Stalin. In deze barre Sovjet tijden schreef ze hier haar boek over Lissitzky, inmiddels een standaardwerk. Ook heeft ze meegewerkt aan een tentoonstelling hier in Akademgorodok, twee jaar na de eerste Lissitzky retrospectieve van Jean Leering in ons museum. Alexander Lisov, een professor uit Vitebsk en inmiddels een goede vriend van mij, is speciaal hier naartoe is gekomen om samen met mij te zoeken naar wat er nog te vinden is over Lissitzky hier. Maar hier in Akademgorodok hoeven we niet te zoeken volgens de directrice die ons ontvangt; er is geen archief bijgehouden over de tentoonstellingen.
We worden rondgeleid in een enorm groot en nieuw high tech gebouw van de universiteit. Ik denk dat het lokale IQ hier zeer hoog is. Allemaal hele slimme jongens en meisjes die kunnen lezen, schrijven en rekenen met de nieuwste en allersnelste computers. Enorm, wat een voorzieningen hebben ze hier! De hoogste etage biedt een adembenemend uitzicht over het koude landschap. En de begane grond heeft een uitstekend restaurant alwaar men mij, zoals gezegd, graag twee koude glaasjes bij de lunch serveert…

Akademgorodok

Akademgorodok

‘Propaganda’ anno nu

Vorig jaar heb ik les gegeven op een middelbare school. Ik gaf lessen Kunstgeschiedenis en CKV aan de bovenbouw. Wat je als docent in opleiding leert, is om met je lesstof aan te sluiten bij de belevingswereld van je leerlingen. Maar hoe doe je dat als je lesstof bestaat uit Russische abstracte kunst met alleen geometrische vormen en propaganda?. Ik ging op zoek naar parallellen uit het iets minder verre verleden: vergelijk deze Russische propagandaposter (door Alexander Rodchenko gemaakt in de jaren 1920’s) eens met de albumhoes van de band Franz Ferdinand (uit 2005).

propaganda-1Franz Ferdinand

Franz Ferdinand liet zich niet alleen voor dit album inspireren door de Russische avant-garde kunst van onder andere Lissitzky en Rodchenko. Het volgende filmpje laat een aantal mooie vergelijkingen zien tussen de Russische kunst en de manier waarop Franz Ferdinand hun albums vorm geeft.
Franz Ferdinand & De Russische avant-garde

Door: Irene (23), Eindhoven

Absurdistan

De tijd van de schilderkunst is voorbij zegt Ilya Kabakov. Hij noemt de schilderkunst een debiele moeder, die poept en pist, maar die familieleden heeft die weten hoe ze daar mee om moeten gaan. De schilderkunst moet plaats maken voor de installatie. Driedimensionale theaterstukken noemt hij ze, waarin de passieve kijker verandert in een actieve deelnemende personage.
In de jaren negentig ontmoette ik voor het eerst het werk van Ilya Kabakov. In het Stedelijk Museum in Amsterdam bouwde hij een installatie. Een Russisch archief, een kantoor. Het was er kaal, onaantrekkelijk, smerig en totaal onoverzichtelijk. Je kreeg als kijker een rol. Formulieren lagen klaar om door jou ingevuld te worden die het doel hadden je in een onbegrijpelijk en onmenselijke bureaucratie te laten verdwalen. Dat is de waanzin van het systeem, zoals Paul Depondt in zijn artikel in de Volkskrant schrijft: Kabakov archiveert het kale bestaan in Absurdistan. (De Volkskrant 04-08-1995)
Kabakov is een van de overlevende kunstenaars uit het Stalinistisch tijdperk. Het had allemaal zo mooi kunnen zijn, maar de werkelijkheid is helaas zeer bitter. Waar is het enthousiasme en bevlogenheid gebleven van de eerste dagen na de Revolutie? Waar zijn de kunstenaars die zich geroepen voelen om als vormgevers van een nieuwe maatschappij te figureren? Waarom blijft Lissitzky ondanks alles zijn hele leven geloven in de oppermacht en goedheid van het Leninisme. Is het blindheid, naïviteit, of een ongebreideld gevoel voor utopie? En dit allemaal ondanks het feit dat hij als een van de weinige kunstenaars de kans kon grijpen om zijn blik in het andere Europa rond te laten dwalen. Hij was een geliefde gast bij zijn tijdgenoten in het westen van Europa. Hij kende het Bauhaus, hij kende de ideeën die onder zijn westerse tijdgenoten leefden. Hij trok met hen op en was actief in kunstenaarsgroepen Hij kon zien hoe het westen zich ongehinderd verder mocht ontwikkelen, een ontwikkeling die zijn eigen vaderland ontbeerde. Zijn bijdrage is altijd een optimistische kunst gebleven die de utopie van het sovjet systeem trouw bleef. De Sovjet-Unie is nooit Absurdistan voor hem geworden.
De constructieve stijl waar Lissitzky een van de beeldbepalers was, bleek ten dode opgeschreven in Rusland, toen Lenin tot de conclusie kwam dat deze vorm van kunst niet zijn plannen diende, niet die juiste vorm van propaganda was om zijn landgenoten te overtuigen van zijn geloof. Hij schoof hen aan de kant en keek terug naar andere glorieuze tijden in zijn vaderland. De kunst van Repin, dat was de kunst die de proletariër aansprak. Kunst moest de glorie en de overwinning van het proletariaat laten zien. Overwinning en heldendom van boer en arbeider was het ultieme onderwerp. Stalin verheft later deze vorm van propagandakunst tot staatskunst. Ook als het maatschappelijk systeem reeds zijn barsten vertoont en op instorten staat, moet dit sociaal realisme proberen de kieren te dichten.
Kabakov, vertrokken naar het westen, heeft het verdriet en de ondergang meegemaakt, de repressie en het verval. Daar kan geen schilderkunst tegenop. Dus kiest hij voor de installatie die voor hem een driedimensionaal theaterstuk is waarin de kijker zijn eigen rol moet spelen. Indringend, verward, onthutst, precies zoals hij uit het Sovjetsysteem tevoorschijn is gekomen.

Door: Piet van Bragt

Nelleke Hurkx wijst in haar masterscriptie over het de kunstfilosofie van Gianni Vattimo (2011) op het verschijnsel utopie dat gecreëerd wordt door het modernistisch denken over kunst. De utopie verleent voorrang aan de ‘heerschappij van de schijn’. Het accent komt op de esthetische ervaring te liggen, waarin de veelzijdigheid van de wereld getoond wordt. Dit alles als afgeleide van Vattimo’s idee dat kunst een afspiegeling is van de werkelijkheid in een ‘verzwakte vorm’.